WAPENSYSTEMEN GELEIDE WAPENS |
Auteur: Ronald Dorenbos, LKol bd, KLu
Om direct naar het fotoalbum te gaan: klikt u hier . . . De operationele grondgebonden luchtverdediging bij de Koninklijke Luchtmacht was tussen 1961 en 2012 samengesteld uit diverse wapensystemen. De luchtverdedigingssystemen werden zowel als zelfstandige eenheden ingezet (de Groepen Geleide Wapens in Duitsland), als als lokale luchtverdediging op de Nederlandse vliegbases. NIKE. Als eerste operationele wapensysteem werd de NIKE ingevoerd, bedoeld voor luchtverdediging op grote en middelbare hoogte. Nederland heeft de beschikking gehad over acht wapensystemen die in West-Duitsland deel uit maakten van de geïntegreerde NAVO-luchtverdediging. Vanaf 1966 was driekwart van de eenheden deels van atoomkoppen voorzien. NIKE was operationeel tussen 1961 en 1988. HAWK. Als tweede wapensysteem werd de HAWK ingevoerd. Dit systeem werd ingezet voor de luchtverdediging tegen doelen op middelbare en lage hoogte. Nederland beschikte over 11 wapensystemen die in West-Duitsland gestationeerd waren. In 1975 werd een deel van deze wapensystemen overgeheveld naar de Nederlandse vliegbases. HAWK was operationeel tussen 1965 en 2004. PATRIOT. Het PATRIOT-systeem werd in 1986 bij de luchtmacht ingevoerd. Het systeem levert luchtverdediging op alle hoogtes tegen alle soorten luchtdreiging. Nederland beschikt over vier wapensystemen. De systemen worden sinds 1987 operationeel ingezet en zijn nog steeds in gebruik, echter niet meer bij de luchtmacht maar bij het 'inter-service' Defensie Grondgebonden Luchtverdediging Commando (DGLC). STINGER. De STINGER werd in 1986 ingevoerd bij de luchtmacht als nabij-verdedigingswapen bij de HAWK-eenheden in Duitsland en later bij de luchtverdedigingscomponent van de vliegbases. Het systeem is geschikt tegen doelen op (zeer) korte afstand en lage hoogte. De luchtmacht beschikte over ruim 700 missiles. De STINGER-taak is thans ondergebracht bij de 13e Luchtverdedigingsbatterij van het DGLC. FLYCATCHER/40L70. De combinatie Flycatcher/40L70 was geschikt voor de luchtverdediging op (zeer) korte afstand en lage hoogte. De luchtmacht beschikte over 26 Flycatchers en 75 (gemodificeerde) 40L70 kanonnen. Deze laatste werden van de landmacht en de Bundeswehr overgenomen. De systemen waren in gebruik bij de luchtverdedigingscomponenten op de Nederlandse vliegbases tussen 1979 en 1999 en van 1980 tot 1988 bij 12GGW in Duitsland. Mitrailleur Browning .50 op M63 affuit. Van de mitrailleur .50 waren slechts enkele exemplaren ingedeeld bij luchtmachteenheden. De M63 affuit was een luchtdoelaffuit en was geschikt voor zowel grond- als luchtdoelen. De M55 vierling op affuit. De M55 vierling .50 (12.7 mm) mitrailleur was bij luchtmacht in gebruik tussen 1967 en 1985. Het systeem werd zowel bij de GGW in Duitsland ingezet als op de Nederlandse vliegbases. De M55 was geschikt tegen luchtdoelen op zeer korte afstand. De 70 systemen waren overgenomen van de landmacht. Om naar het fotoalbum te gaan: klikt u hier . . . |